Home                                    

                          
                       
 
 
Makreel kleinere soorten 

Vismethode algemeen voor de soort 
(klik op de afbeelding voor een vergroting)
In verhouding tot zijn lichaamsgrote is de makreel een geweldige sportvis en stort hij zich gulzig op alles wat beweegt. Aan het juiste materiaal is hij dan ook een erg te waarderen sportvis.
De makreel is in de zomermaanden vanaf de kust te vangen, maar slecht op bepaalde plaatsen en tijd.
Op stekken die aan diep water grenzen, pieren die ver in zee steken en havenhoofden maak je veruit de beste kans. Als de makreel op de kust is staan op die plaatsen de vissers dan ook vaak schouder aan schouder. De hele zomer door belaagt men hem echter het meest vanaf boten.
Je kan jagende makrelen vaak lokaliseren aan krijsende en duikende meeuwen juist boven het water.  Makrelen jagen grote scholen aasvisjes immers op tot tegen het oppervlak waar de altijd hongerige meeuwen ze opwachten.
De vis is ook een pure zichtazer die grotendeels alleen overdag wordt gevangen. 
Vloed is vanaf de kant dikwijls het juiste getijde maar speelt bij het bootvissen weinig rol. Hier tracht je immers de school te lokaliseren, eventueel door gebruik te maken van  een dieptemeter.  
Makreel is erg bederfelijk en na enkele uren in de zon sta je gegarandeerd met bedorven vis. Beter is het na de vangst van een tiental vissen deze onmiddellijk te reinigen en eventueel te fileren om ze daarna in een vrieskist te bewaren. Beperk het aantal te vangen vissen ook tot wat je echt kan gebruiken en vermijd het vissen voor de vuilbak.
Aas
Makrelen zijn echte viseters en happen door voedselnijd zowat achter alles dat beweegt. Reepjes vis, veren, kunstaas, een versierde haak tot zelfs een kale glimmende haak, zowat alles kan.
 
Bootvissen vanaf een grote charterboot
Dit is bij ons veruit de populairste manier van makreelvissen.
De methode die hier het meest gebruikt wordt is de verenpaternoster. Dit is een vrij eenvoudige manier die weinig voorbereiding of materiaal vergt. Ze is dan ook populair bij dagjesvissers die slechts sporadisch gaan vissen, maar ook echte zeevissers slaan de makreelperiode zelden over.
Het is vaak bandwerk, en honderd makrelen zijn geen uitzondering. Een maaltje is gauw gevangen en gerookt is het een ware delicatesse. Tijdens het vissen op makreel is horsmakreel vaak een bijvangst die meestal teruggezet wordt.

Men gebruikt daarbij een korte boothengel met molen of reel.  Aan de hoofdlijn komt een verenpaternoster met een 4 tot 8 zijlijntjes. Afhankelijk van de diepte en drift komt daaraan een loodgewicht van 100 tot 300 gram. Men laat de lijn onder de boot zakken tot de diepte waarop de makreel zit (uitwerpen is nutteloos en gevaarlijk). De diepte waarop de makreel zit zoek je door het lood tot op de bodem te laten zakken en dan enkele meter binnen te halen. Men beweegt nu de hengel een vijftal maal op en neer. Krijgt men geen aanbeten dan probeer je het iets hoger. Als er op een bepaalde diepte makreel zit dan volgt de aanbeet bijna onmiddellijk. Bij de eerste beet niet meteen ophalen, maar eventjes wachten tot nog enkele rukjes de aanbeten van andere makrelen aangeven. Daarna is het enkel nog een kwestie van naar boven takelen.
Heb je eenmaal de diepte gevonden, markeer die dan met een viltstift op de lijn, zo verlies je geen onnodige tijd meer met het zoeken van de juiste diepte.

Het meest gebruikt is de onderstaande standaard verenpaternoster (tekening 1). Er zijn buiten deze standaard echter tientallen andere modellen met allerlei tinsel of rubbercreaturen die allen wel makreel weten te vangen. 
Verenpaternosters zijn voor een prikje te koop in de hengelsportzaken. Vaak zijn ze echter van bedenkelijke kwaliteit en schiet de haak met veren al na enkele vissen los. Ik koop daarom vaak een verenpaternoster en gebruik de onderdelen om zelf mijn paternoster te knopen. 
TIP:
Gebruik als loodverzwaring eens een pilker, vaak vang je er de grootste makrelen aan en verrassingen zijn niet uitgesloten.

   
(Klik op de afbeelding voor een vergroting)  

 
 

Bootvissen vanaf een kleinere boot
Als men de kans krijgt om deze vis met licht materiaal te bevissen, dan pas komt deze felle vechter tot zijn recht. Op een huurboot waar je vaak schouder aan schouder staat is dit niet te doen en probeer je het toch dan sta je binnen onafzienbare tijd met vaak niet één maar met meerdere buren met in elkaar verstrengelde lijnen. Heb je de luxe van een eigen boot dan openen zich meer mogelijkheden. Verder zijn er aan onze kust, buiten de grote charterboten ook kleinere boten die zich beperken tot enkele of een tiental vissers. In het buitenland zijn die kleinere boten meer regel dan uitzondering.
Ook op deze boten wordt meestal ook eerst met een verenpaternoster gevist om de makreel te lokaliseren of je moet dit doen met een goede dieptemeter.   
Na de vangst van de een kleine hoeveelheid nodig voor de maaltijd met een verenpaternoster kan je hier dan ook overschakelen op een spinhengel en kunstaas of karperhengel met dobber, niet zo productief maar honderd maal spannender en een sensatie om nooit te vergeten.  
Wat kunstaas betreft is makreel niet kieskeurig en hapt hij naar zowat alles die voor zijn neus komt.
Vaak schoren kleine lepels, bijna pilkertjes, het best (zie foto). Reden hiervoor is dat ze door hun vorm en gewicht verder te werpen zijn.
Zitten de makrelen in het oppervlak dan moet je deze dan wel  onmiddellijk na de worp met iets grotere snelheid terug binnen vissen omdat ze anders teveel naar de diepte afzakken.
Zitten ze dieper dan laat je het kunstaas eerst voldoende zakken en je begint dan pas terug in te draaien. Hou er rekening mee dat hoe meer je indraait hoe hoger het kunstaas komt.
Ook alle ander kunstaas mag bij het makreel vissen sneller dan normaal binnen gevist worden, makrelen zijn immers razendsnelle jagers.
Een ander goed kunstaas zijn verzwaarde spinners of streamers verzwaard met wat lood.
Makrelen zijn trouwens ook goed te vangen aan de vliegenhengel.


Clarc spoons

Een andere mogelijkheid is het vissen met een dobber. Hiervoor kan je gebruik maken van een lichte karperhengel met een werpgewicht van 40 tot 60gr.
Enige voorwaarde is wel dat je over voldoende ruimte beschikt. Een dobber die drift op de stroming bestrijkt immers een grote oppervlakte. Daarbij komt nog dat een gehaakte makreel alle richtingen uitgaat. Bij deze manier van vissen zijn verrassingen niet uit te sluiten en niet zelden haak je ook andere vissoorten die zich rond en onder de school makreel kunnen bevinden waaronder bijvoorbeeld geep of zeebaars.
Ook hiervoor zijn kant en klare sets te koop. als voorbeeld nam ik een setje van Shakespeare.
De dobber, meestal een slanke vorm om beter te werpen, wordt schuivend gemonteerd en op diepte gehouden door een stopper en een kraaltje. Als lijn is een trekkracht van 6kg voldoende. Daarna het lood en terug een kraaltje, waarna je een speldwartel of draainagel monteert. Het kraaltje dient hier als bescherming van de knoop tijdens het werpen. Hieraan komt een onderlijn uit nylon of fluocarbon met een lengte van circa 1.5m. Vervolgens een haak 1/0 met als aas een reepje vis of indien je hierover beschikt, het topaas zandspiering.
De aanbeet uit zich meestal in een razendsnel vertrekkende dobber waarbij je van zodra de lijn gestrekt is kan aanslaan.   


(Klik op de afbeelding voor een vergroting)  

Vanaf pieren en stakketsels
Heb je het geluk makreel aan te treffen op werpafstand dan kan het ook hier met een spin of zeebaarshengel en wat kunstaas een echt feest worden.
Evenals vanaf een boot kan je ook kiezen voor het vissen met een dobber, dit eventueel met een karperhengel.
Zit de vis te ver af voor deze lichtere uitrustingen dan is een strandhengel noodzakelijk om de grotere afstand te overbruggen. Een werplood zonder ankers met een gewicht van 125 tot 175 gram en een onderlijn met 3/4 haken met daaraan een klein reepje vis is dan een mogelijkheid.
Wil je of kan je niet met vers aas vissen, dan kan je ook hier nog gebruik maken van een verenpaternoster. Deze moet je dan wel met op en neergaande bewegingen van de hengel terwijl je steeds enkele meter binnendraait de nodige actie geven.
Met de strandhengel is het ook noodzakelijk om vanwege de afstand en de lichtere lijn gebruik te maken van een shockleader.  



(Klik op de afbeelding voor een vergroting)  

Vanaf het strand
Bij ons komt het slechts uitzonderlijk voor dat makrelen ook te vangen zijn vanaf het strand.
In het buitenland komen bepaalde soorten makrelen echter soms massaal op de kust. Ook in Engeland gebeurd dit met onze bekende makreel. Als dit gebeurd dan zijn op die plaatsen de vissers vaak massaal aanwezig.
In dit geval kan je de technieken toepassen die ook gebruikt worden op pieren en stakketsels.


 

Nog enkele andere minder gebruikelijke montages

Werpmontage zonder dobber, waarbij het lood zo zwaar genomen wordt als nodig, en waarbij tijdens het binnendraaien het aas toch nog juist onder of aan het oppervlak blijft.


(Klik op de afbeelding voor een vergroting)  

Deze montage is eigenlijk in de eerste plaats bedoeld voor zeebaars maar  In het vb is gebruik gemaakt van een albatros fuso dobber gemaakt van foam die goed bestand is tegen zout en nooit lekt. Deze dobber kan ook voorzien worden van een breekstaafje. Beschikbaar in 10-20-30gr. De dobber kan eventueel schuivend of vastgeklemd gemonteerd worden


(Klik op de afbeelding voor een vergroting)  

Een montage waarbij de jigkop dienst doet als loodverzwaring. Op de haak kan eventueel een extra reepje vis aangebracht worden. Door het dansen van de dobber op de golven beweegt dit kunstaas dan attractief op en neer, of je kan de montage inwerpen en slepend terug vissen.  U kunt deze montage ook gebruiken boven zeewierbedden of rotsen waar u anders altijd blijft vasthangen.


(Klik op de afbeelding voor een vergroting)  

Trollend 
De iets grotere makreelsoorten worden vaak ook trollend bevist.Voor de kleinere soorten is dit echter te omslachtig.
Hierbij worden lepels of jiggen achter de boot aan gesleept.
De diepte waarop het kustaas achter de boot gevist wordt varieert van juist onder het oppervlak tot enkele meter diep.
Om kleinere lepels of jiggen op diepte te houden zijn er twee mogelijkheden. De eerste is met een lood op de hoofdlijn en de tweede is door gebruik te maken van een paravaan. 
Met een voorlood is de regel dat hoe meer lijn je uitzet achter de boot, hoe dieper het lood loopt.
Als zinklood is 25 tot 50 gram gebruikelijk.

Een paravaan is gemaakt uit plastic en door zijn vorm drukt hij de lijn naar beneden tijdens het trollen. De hoofdlijn kan je op verschillende punten bevestigen. Hoe verder van de top je dit doet, hoe dieper de paravaan duikt. De snelheid waarmee je trolt bepaald voor een deel ook de diepte, hoe vlugger hoe dieper.
Ook voor de onderlijn zijn er verschillende bevestigingspunten. En hier is het zo dat hoe verder je deze van de midden bevestigt, hoe meer de paravaan naar links of rechts uitwijkt tijdens het slepen.
Voor de onderlijn neemt men een lengte van +- 3 meter of meer.


 

 

 


 

Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.